KLIK HIER VOOR INFORMATIE
OVER DE SITE

COLUMNS

Over belevenissen en inzichten

CLICK HERE FOR
THE PARENT SITE
and SITE SEARCH


Vlieg in de toiletpot

Het plaatsen van een nepvlieg in een toiletpot wordt als een nudge in de goeie richting beschouwd (in de richting van een gedragsverandering). Enerzijds om te bereiken dat mannen hun urinestraal richten op het plekje waar die nepvlieg zich in de toiletpot bevindt. En anderzijds om te bereiken dat het toilet en de toiletruimte in mindere mate door de urine van mannen wordt bevuild. Er zijn daartoe zelfs stickers met nepvliegen in de handel. Met name vrouwen menen dat dit hèt 'ei van Columbus' is om de toiletruimte te vrijwaren van het ongecontroleerd rondspuiten van urine. Het zijn dan ook met name vrouwen die er zo de nadruk op leggen dat men dit soort stickers in de toiletpot zou moeten gaan plakken. Mannen hebben echter de ervaring dat dit toch regelmatig mis gaat. Dit ondanks hun goede bedoelingen.

De reden hiervoor kan men waarnemen aan een tuinslang. Stel dat men met de tuinslang een kei wil gaan schoonspuiten. Dan zal de straal van de tuinslang vaak eerst ergens in de buurt van die kei terechtkomen. En pas wanneer men weet waar de waterstraal precies terechtkomt, zal men als bewindsman van die waterstraal kunnen finetunen op de gewenste landingsplaats van de waterstraal. Maar dan is ondertussen de omgeving van die kei wel nat geworden van het water dat men daar 'par accident' heeft neergespoten. Nu is in de tuin het neerkomen van wat water natuurlijk geen groot probleem. Maar stel dat men een in de tuin gelegen kei met rood water wil gaan bespuiten, dan is het wel belangrijk dat men de omgeving van die kei niet met de rode straal gaat bezoedelen. Het controleren van de straal met het rode goedje is dan wél van groot belang. En dan komt men er niet door pas na het neervallen van de straal, af te gaan stellen op de juiste landingsplaats van de straal.

Net als vrouwen kunnen ook mannen gewoon op de toiletpot gaan zitten om te plassen. Maar dat zullen mannen niet zo gauw doen. Voor mannen is dat iets tegennatuurlijks. Als de toiletpot er van binnen bevuild uitziet, zal dat hen eveneens gaan afremmen. Mannen zullen dan algauw de neiging hebben om dat vuil met hun pisstraal weg te gaan spuiten. Dat lukt nu eenmaal niet als zij op het toilet gaan zitten. Het plakken van een nepvlieg in de toiletpot werkt dan averechts. Net zoals mannen de neiging zullen hebben om eventuele insecten met hun urinestraal uit de wc-pot weg te gaan spuiten, zullen zij dus ook proberen het eventueel aangekoekte vuil uit de wc-pot weg te spuiten. Dit doen zij mede om ook voor de vrouwen een ooglijk aanzicht te doen ontstaan. Want je zult maar op een toiletpot moeten zitten waarin duidelijk sprake is van de één of andere vorm van onooglijke bezoedeling, of van ongedierte. Voorheen droegen vrouwen meestal geen broek, maar een jurk (ofwel een rok). Dan was het voor hen ook uitermate makkelijk om te gaan plassen. Nu vrouwen massaal broeken zijn gaan dragen, zijn zij dat grote gemak kwijtgeraakt. Nu moeten zij eerst hun broek laten zakken voor zij kunnen gaan plassen. Dat neemt meer tijd in beslag dan wanneer zij een jurk, of een rok dragen. En in omstandigheden waarin het hen voor deze lichaamsfunctie aan genoeg tijd ontbreekt, is dat lastig. Die situatie doet zich met name voor wanneer een vrouw haar plas moeilijk langer kan ophouden.

In de vrije natuur zijn vrouwen ten opzichte van mannen ook in het nadeel voor wat betreft het gemak waarop zij even kunnen gaan passen. Mannen kunnen dan vrij gemakkelijk een plekje vinden waar zij even ongezien een plasje kunnen doen. Iedere boom is daar dan bijna voor geschikt. Als men mannen vraagt wat de achterkant van een boom is, zullen zij dat dan ook meestal wel moeten weten te beantwoorden. Want de achterkant van een boom is immers daar waar zij gaan staan plassen. Honden houden daar niet rekening mee. Zij plassen veelal aan de voorkant van een boom. Zij hebben wat dat betreft veel minder gêne dan de gemiddelde man bij het uitvoeren van deze basisbehoefte heeft. Het natuurlijke niveau van welvoeglijkheid van honden is dan ook veel lager dan die bij de mannelijke mens is.

Automobilisten, die in de file staan, moeten op zeker moment hun blaas ook wel eens kunnen zien te legen. Vrouwen kunnen dat vrijwel ongezien doen tussen de beide rechterportieren van de auto. Voor mannen is dat moeilijker. Zij zullen daartoe dan een fles met een wijde opening kunnen proberen te gebruiken. Of ze kunnen het zien te realiseren in een urinaal die speciaal voor mannen is ontworpen. Na gebruik kan men een dergelijk urinaal afsluiten met een eraan bevestigd dekseltje. Taxichauffeurs hebben met andere normen van discretie te maken, dan de gemiddelde andere automobilist. Zij moeten hiermee zeer voorzichtig hendelen. Dit om hun klanten niet met hun plasprobleem te doen confronteren. Voor taxichauffeurs met een zwakke blaas is er hiertoe wel een goede oplossing beschikbaar. Zij kunnen het beste gaan kiezen voor het gebruik van incontinentiemateriaal. Het aandoen van een luierbroekje kan hiervoor in sommige gevallen een oplossing zijn. Maar iets wat voor hen nog veel handiger is, is het aandoen van een fixatiebroekje met daarin een dikke vochtabsorberende inlegger. Ze zijn bijvoorbeeld voor mannen in de handel onder de naam: 'Tena-Men' en voor vrouwen onder de naam: 'Tena-Lady . Als men tijdens de autorit onverhoeds moet plassen, kan men daarin de urine vrijelijk laten neerstromen. Als men dan later in de gelegenheid is, kan men die natte inlegger gemakkelijk even vervangen door een droge inlegger. Dit werkt beter dan het vervangen een nat luierbroekje.

In openbare gelegenheden is er voor mannen soms een urinoir beschikbaar. Daarin kunnen mannen dan op een heel natuurlijke manier hun plasje plegen, zonder over de richting van de urinestraal in te hoeven zitten . De reden waarom een dergelijk urinoir in verreweg de meeste woonhuizen ontbreekt, is niet goed duidelijk. Misschien is dat wel omdat een urinoir er, zuiver esthetisch gezien, niet erg appetijtelijk uitziet. Een toilet heeft ook vaak wel een deksel, terwijl een urinoir dat doorgaans niet heeft. In de toiletten van sommige woningen blijft de wc-bril bij het openen van het toilet niet goed openstaan. Mannen kunnen dan niet goed plassen zonder de wc-ruimte met hun urinestraal te bevuilen. Vrouwen zeggen dan dat voor mannen een reden temeer zou kunnen zijn om toch maar zittend te gaan plassen. Echter een man komt daar te laat achter. Namelijk als hij reeds begonnen is te plassen. Dat is dan voor hen een vervelende situatie. Want mannen willen natuurkijk niet graag dat zij de boel met hun plas besmeuren. In de vrije natuur kunnen mannen vrij onbelemmerd gaan staan plassen. Daar hoeven mannen zich geen zorgen te maken over de richting van hun pisstraal. Net zoals dat ook het geval is in een urinoir.

In vroegere samenlevingen was er bij de woning voor mannen een mogelijkheid aanwezig om buitenshuis te kunnen gaan plassen. Vaak in de vorm van een met twee schuin geplaatste, rechtopstaande planken afgeschermd gat in de grond. Of in de vorm van een op dezelfde wijze afgeschermd gootsysteem. Een dergelijk buitenshuis toilet wordt ook vaak 'latrine' genoemd. Vooral bij gebruik in legerkampen, vluchtelingenkampen en dergelijke; of als buitentoilet op een groot erf. Een latrine is met name bedoeld voor het gemak van mannen. En omdat er aldaar over het algemeen weinig zorg wordt besteed aan de hygiëne, hangt daar doorgaans een vrij penetrante urinegeur.

Voor het doen van de overige behoeften, was er vroeger bij de woning bovendien vaak een poephuisje (een húske) aanwezig. Een klein huisje van één bij één meter. Ofwel honderd centimeter, bij honderd centimeter. Eufemistisch werd dat wel 'nummer 100' genoemd. Ook tegenwoordig komt men die uitdrukking nog wel tegen. Maar dan wordt daarmee niet dat befaamde poephuisje bedoeld, maar juist het moderne toilet.

Een primitief toilet werd ook wel 'een gemak' genoemd, ofwel 'een privaat', 'een poepdoos' of 'een plee'. Meestal betrof het dan een houten bank met een gat erin, waardoor de behoefte kon worden gedaan. Onder de zitplaats stond dan meestal een beerton. Soms vielen de afscheidingsproducten rechtstreeks in een beerput. Het 'gemak' stond vaak buitenshuis, meestal achterin de tuin, ofwel op een onopvallende plaats in de schuur, of in de boerderij. Een 'poepdoos' was niet bedoeld voor gebruik als 'waterplaats' voor mannen. Vandaar dat deze normaliter ook niet door hun 'waterstraal' werd verontreinigd. Het plakken van een nepvlieg in het gat van de poepdoos zou vanzelfsprekend niet mogelijk zijn geweest. Dus maar goed dat een 'poepdoos' niet door mannen werd gebruikt om hun blaas van tijd tot tijd te legen.